- juni 6, 2019
- door Boudewijn Poldermans
Op 15 mei presenteerde minister van buitenlandse zaken Stef Blok op verzoek van de Tweede Kamer de langverwachte “Beleidsnota met de strategie van Nederland ten aanzien van China”.
"Bij een strategie zijn er duidelijke doelstellingen geformuleerd"
Wat na lezing meteen opvalt is dat dit geen strategie is, maar meer een aanzet om tot een strategie te komen. Het zou ook het “jaarverslag van het overheidsnetwerk in China” genoemd kunnen worden. Wat er nu is gepresenteerd is meer een overzicht van de relatie die Nederland met China onderhoudt op velerlei terreinen en een opsomming van de problemen en risico’s die er bestaan en de mogelijke impact daarvan op de Nederlandse samenleving, maakindustrie en bedrijfsleven.
Bij een strategie zijn er duidelijke doelstellingen geformuleerd om over een langere termijn iets te bereiken en is van tevoren vastgesteld welke stappen er genomen moeten worden door wie en welke investeringen, financiële- en andere middelen daarvoor nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken. “We moeten kansen grijpen” maar welke kansen dat precies zijn wordt niet vermeld. “100 experts” zouden gedurende één jaar geraadpleegd zijn. Nooit geweten dat er in Nederland zoveel China experts zijn, voor zover die überhaupt bestaan. Onduidelijk is wie er vanuit het bedrijfsleven geconsulteerd zijn, ook omdat er een behoorlijk aantal onderwerpen niet of te oppervlakkig geadresseerd zijn. Voorstellen welke concrete acties er ondernomen zouden moeten worden zijn in ieder geval niet terug te vinden of zijn onderbelicht gebleven.
Niet het kabinet en de politiek maar het bedrijfsleven, de maakindustrie en de universitaire wereld moeten een China Strategie hebben. Ieder bedrijf, ook al doet het nog geen zaken met China moet een China strategie hebben en zich al terdege bewust zijn of zich op de hoogte stellen van wat zich allemaal in zijn sector afspeelt in China of zijn marktpositie gaat beïnvloeden. En vooral hoe het zich daartegenover moet opstellen, offensief of defensief.
"Deze notitie komt rijkelijk laat"
Deze notitie komt rijkelijk laat. Te betreuren is dat meer dan 10 jaar geleden reeds gewaarschuwd is door ervaren Chinagangers van het eerste uur, door de T.U. Delft, door de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie, Nyenrode en anderen, over wat er stond aan te komen uit China op technologisch gebied. Een van de voorstellen was dat daar serieus onderzoek naar gedaan zou moeten worden, onder andere door het oprichten van een China platform. Dat werd echter afgeschoten door de toenmalige minister van Economische Zaken. Te weinig wordt beseft, vooral door MKB bedrijven dat ze nu wellicht nog complementair zijn met de vraag uit China maar in de toekomst onherroepelijk, direct of indirect last gaan krijgen van China en niet meer zullen kunnen concurreren. Verbazingwekkend is dat FME naar aanleiding van deze kabinetsexercitie commentaar levert op dit rapport maar nu pas met eigen voorstellen komt om ook in de toekomst concurrerend te blijven ten opzichte van China. Ook FME had al jaren geleden een eigen China strategie moeten hebben geformuleerd.
Chinese investeringen
Over Chinese investeringen en het belang daarvan voor de Nederlandse economie wordt niets vermeld. Er wordt slechts het geaccumuleerde geïnvesteerde bedrag vermeld. Ook worden er alleen maar “520 Chinese dochterbedrijven” genoemd. Het totaal aantal eerste generatie Chinese bedrijven die geregistreerd zijn in Nederland bedraagt echter meer dan 10.000 en daarvan is naar schatting maar rond de 20% actief in de horeca. Daarnaast zijn er ook nog de bedrijven van tweede en derde generatie Chinezen die moeilijker in kaart te brengen zijn.
Waar de opstellers van deze notitie zich wel terdege van bewust zijn is het belang om samen met Europese en andere bondgenoten op te trekken, willen wij als klein land concessies kunnen afdwingen van China en het zich laten houden aan internationale spelregels.
Politiek gezien is Nederland niet interessant en niet belangrijk voor China.
Waar de opstellers van deze notitie zich wel terdege van bewust zijn is het belang om samen met Europese en andere bondgenoten op te trekken, willen wij als klein land concessies kunnen afdwingen van China en het zich laten houden aan internationale spelregels.
Geluiden uit de politiek en samenleving roepen om een harde opstelling ten aanzien van China. Dat is nou juist het allerlaatste wat Nederland moet doen, want dan zullen wij er meteen uitgepikt worden en krijgen we “straf” van China. Dat is in het verleden enkele malen gebeurd en waardoor Nederland fors op achterstand kwam te staan. China gaat echt niet op bilateraal politiek niveau naar Nederland luisteren of haar economische of politieke systeem aanpassen. Daar moeten we geen enkele illusie over hebben. Ook moet Nederland niet op zijn eentje China de les gaan lezen op het gebied van mensenrechten, behandeling van Oeigoeren, Tibet, Taiwan, Hong Kong, Vrijheid van Meningsuiting, internetbeperkingen, godsdienstvrijheid, het sociale veiligheidssysteem, internationale politiek, Zuid Chinese zee, pluralisme, C17 + 1, agressieve militaire activiteiten etc.
China zal dan reageren dat Nederland zich niet moet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden. De reactie zal dan zijn dat ook mensenrechtenschendingen van Nederland tijdens het koloniale verleden en andere meer recente gevallen aan de orde gesteld zullen worden.
Politiek gezien is Nederland niet interessant en niet belangrijk voor China.
Gevoelige onderwerpen moeten op multilateraal niveau besproken worden en kunnen alleen door middel van machtspolitiek aangepast of afgedwongen worden. Onder andere via Brussel. De EU is al 14 jaar lang de grootste handelspartner van China en de laatste 10 jaar investeert de EU tweemaal zoveel als de VS in China en dus een partij waar China serieus rekening mee zal moeten houden.
5G en Huawei
Van meerdere kanten is de vraag gesteld waarom er geen aandacht is besteed aan 5G en Huawei in dit rapport. Er wordt door de opstellers niet gerept over het feit dat dat een separaat traject betreft. In maart is in Brussel afgesproken met andere EU lidstaten dat ieder land een individuele risicoanalyse zou maken, – in Nederland onder leiding van de NCTV – en dat die voor 30 juni afgerond moet zijn waarna er samen met de ENISA, het EU agentschap voor netwerk en informatiebeveiliging, voor 1 oktober een “5 G risicokaart” opgesteld moet zijn om zo nauwkeurig mogelijk te weten wat de meest kwetsbare onderdelen zijn, bij zowel soft-als hardware. Daarna zal een gezamenlijk standpunt bepaald worden hoe en door welke partijen wel of niet 5 G netwerken kunnen worden aangelegd. Daar heeft ook Huawei mee ingestemd.
De EU-China Summit
Wat opvallend is, is dat er niets vermeld wordt – alleen een verwijzing naar een voetnoot – over de resultaten van de 21ste EU-China Summit die op 9 april jl. in Brussel afgerond werd en waarvan de uitkomsten vastgelegd zijn in een gezamenlijke verklaring waar 10 maanden over onderhandeld is. De inhoud van deze joint statement mag historisch genoemd worden, mits de gemaakte afspraken, waarover pas op het allerlaatste moment overeenstemming is bereikt inderdaad ook nagekomen en geïmplementeerd worden.
De meest in het oog springende onderwerpen zijn de toezeggingen van Premier Li Keqiang dat de markt verder opengesteld zal worden voor buitenlandse investeerders en dat die bedrijven niet langer gedwongen kunnen worden om gevoelige know-how over te dragen bij het aangaan van een joint venture. Dat is ook een van de onderwerpen die onderdeel zullen gaan uitmaken van de nieuwe EU-China Comprehensive Investment Agreement.
Er zal een geschillencommissie opgezet worden om klachten te behandelen.
De meest vergaande concessie die er door de Chinese zijde is gedaan betreft het terugdringen van staatssteun. Dat is overeengekomen en vastgelegd in een Memorandum of Understanding met betrekking tot Staatsubsidies en Eerlijke Concurrentie – dat is de VS tot nu toe niet gelukt – en dat er jaarlijks een evaluatie zal plaatsvinden om na te gaan of de gemaakte afspraken ook inderdaad nagekomen zijn. China heeft ook toegezegd om samen met de EU de WTO te hervormen en de regels, onder andere op het gebied van staatssteun, aan te passen. De afspraken hierover moeten geformaliseerd zijn voor de aanstaande G-20 top eind juni in Tokio.
Aanbevelingen
- Intensiveren van de samenwerking en coalities vormen met EU, VS en Aziatische bondgenoten om één front te kunnen vormen vis-a-vis China om China onder druk te kunnen zetten om een gelijk speelveld te creëren en te behouden en internationaal op evenwichtige wijze te kunnen concurreren. Om bovendien in staat te zijn concessies af te dwingen van China op velerlei gebied en onder andere ook invloed te hebben op technologische en industriële standaarden die in toenemende mate uit China gaan komen. Wat we moeten voorkomen is maar te accepteren dat de machtsverhoudingen veranderd zijn en ons aan te passen. We zullen vanuit eigen kracht moeten opereren.
- De EU-China Comprehensive Investment Agreement mede aanscherpen, waar sinds 2013 over onderhandeld is en waar onderwerpen als betere bescherming van intellectueel eigendom en investeringen, ruimere markttoegang, het kunnen hebben van meerderheidsbelangen in voor China strategische sectoren als de automobielindustrie, de financiële en verzekeringsbranche etc. in behandeld worden. Afgesproken is dat deze overeenkomst uiterlijk begin 2020 getekend moet zijn en dat een op te richten instantie belast zal worden met de controle op gemaakte afspraken.
- Mede bewerkstelligen dat de WTO regels aangepast worden waardoor China niet meer als “ontwikkelingsland” tussen de mazen van de regels door kan navigeren en dat ook niet nakoming afgedwongen kan worden en staatssteun en handelsconflicten voorkomen kunnen worden.
- Er moet veel meer aandacht besteed worden en concrete plannen gemaakt worden om het handelsoverschot tussen Nederland en China weer in balans te brengen. China exporteert meer dan driemaal zoveel als het importeert vanuit Nederland. Het ziet er naar uit dat het Handelsconflict tussen de VS en China zich verder zal uitbreiden en nog lang zal voortduren. Dit biedt mogelijkheden voor het bedrijfsleven in Nederland om zowel richting de VS als China de gereduceerde of weggevallen handel op te vullen, mits er door de VS geen importheffingen geheven worden op Nederlandse producten.
- Er moeten meer fondsen beschikbaar komen onder meer voor infrastructurele projecten als tegenwicht tegen het Chinese BRI project en ook voor projecten in opkomende markten. Dat geldt ook voor de Nederlandse startups, scale-ups en de maakindustrie. Er moet veel meer aandacht besteed worden en fondsen beschikbaar gesteld worden – ook vanuit EU en andere bronnen – om de Nederlandse innovatiekracht te behouden en zo lang mogelijk complementair met en concurrerend te kunnen blijven met de Chinese vraag. Dat zal ongetwijfeld ook een bijdrage leveren aan het terugdringen van het handelstekort.
- De implicaties van het B&R initiatief en Made in China 2025 in zowel Nederland als China zelf diepgaander onderzoeken en daarop inspelen. Alleen onder voorwaarden meewerken aan het B&R Initiatief wanneer Nederlandse bedrijven deelprojecten kunnen doen op basis van gelijkwaardigheid en in eerlijke concurrentie met Chinese (staats)bedrijven.
- Er moet veel meer onderzoek gedaan worden naar Chinese investeringen in Nederland, de aanwezigheid van Chinese bedrijven en de effecten daarvan op de Nederlandse economie en samenleving. Die worden structureel ondergerapporteerd en dus ondergewaardeerd. Ook moet er meer samengewerkt worden met de Chinese gemeenschap in Nederland.
- Handelsmissies moeten beter voorbereid, geleid en opgevolgd worden. Handelsmissies georganiseerd door de overheid zijn tot nu toe nog teveel gedirigeerd richting contacten met Chinese overheidsinstanties en staatsbedrijven, omdat er bij het opstellen van het programma door Nederlandse overheden voornamelijk samengewerkt moet worden met Chinese staatsorganisaties, terwijl meer dan driekwart van de Chinese economie uit privébedrijven bestaat. Die missies moeten bij voorkeur door bekende actieve of niet meer actieve topmensen uit het bedrijfsleven geleid worden die de taal van het bedrijfsleven spreken en die niet genoodzaakt zijn om gevoelige onderwerpen aan de orde te stellen. Die moeten, zoals gemeld, elders aan de orde gesteld worden. De overheid dient een faciliterende en adviserende rol te spelen bij dergelijke missies. Bij grote projecten waarbij staatsbedrijven betrokken zijn en indien er oneerlijke praktijken worden toegepast is betrokkenheid van de Nederlandse overheid vereist.
- Om tegenwicht te kunnen bieden tegen het “Made in China 2025” initiatief is het dringend noodzakelijk dat er een “Made in Holland 2030” lange termijn industriebeleid opgesteld gaat worden naar voorbeeld van de Duitse “Industriestrategie 2030”.
- De Nederlandse overheid moet mede bevorderen dat China volledig lid wordt van de PARIS CLUB die de belangen behartigt van zowel landen die lenen als landen – in dit geval China – die leningen verstrekken. Daardoor zal er ook meer transparantie komen in de voorwaarden die China stelt.
- Nederland onderhoudt een uitgebreide handels – en investeringsrelatie met China. Waardevolle China kennis is verspreid over het hele land en dient gecombineerd te worden. Het is een schande dat er geen speciale op studies of opleidingen zijn die zich zowel op undergraduate als graduate niveau richten op de politieke economie van China. Die moeten er op korte termijn (weer) komen om ook onze toekomstige managers te kunnen equiperen met relevante (markt)kennis om de uitdagingen die China biedt op gedegen wijze het hoofd te kunnen bieden en succesvol te kunnen opereren in een steeds complexer wordende markt.
- Er wordt in toenemende mate van allerlei kanten van alles geroepen over de ontwikkelingen in China dat niet gebaseerd is op feiten of enige kennis van China. Het is hoognodig dat er een onafhankelijk China Onderzoekscentrum opgezet gaat worden, waarin kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid vertegenwoordigd zijn.
- Betere screening van Chinese studenten en onderzoekers die toegang zullen kunnen hebben tot kern intellectueel eigendom van hoogwaardige technologie en innovatieve ontwikkelingen. Dat geldt ook voor Chinese werknemers en stagiairs die bij dit soort bedrijven of onderzoekscentra werkzaam zijn en die tegen hun zin gedwongen kunnen worden vanuit de Chinese overheid om gevoelige informatie op oneigenlijke wijze te verkrijgen en over te dragen. In de Chinese Inlichtingen Wet staat expliciet dat Chinese staatsburgers “gemobiliseerd” kunnen worden om te spioneren in opdracht van de overheid.
- Onderhandelingen om het handelsconflict tussen de VS en China op te lossen hebben vooralsnog niet tot een oplossing geleid. Afgelopen jaar is het handelsoverschot met de VS alleen maar toegenomen. De VS probeert op alle haar ten dienste staande middelen om te voorkomen dat China een dominante supermacht wordt op economisch, technologisch en vooral militair-technologisch gebied. Rond 2050 zal de Chinese economie tweemaal zo groot zijn als de Amerikaanse. Haviken binnen zowel de Republikeinse als Democratische partij als het bedrijfsleven, hebben harde maatregelen voorgesteld als de importheffingen geen effect blijken te hebben, China niet aan de Amerikaanse eisen voldoet, blijft proberen om haar eigen waardesysteem op te dringen en zich niet als een verantwoord wereldspeler wil gedragen die zich aan internationale afspraken houdt.
- Bij een lang voortdurend conflict en om een “gelijk speelveld” af te dwingen, zou de VS samen met bondgenoten dezelfde beperkingen willen instellen als China doet op basis van de zo door China gewenste wederkerigheid en gelijkheid. Dat zou inhouden dat investeringen geblokkeerd worden of beperkt worden geblokkeerd in dezelfde sectoren of sub-sectoren waar buitenlandse investeerders ook niet in kunnen investeren in China. Voorgesteld wordt om een zwarte lijst op te stellen, net zoals met Rusland en Iran, om hoge ambtenaren en hun familieleden, bedrijven en hun top management, financiers en adviseurs die spioneren of die zich niet aan de internationale spelregels houden, geen toegang te geven tot de VS en het onmogelijk voor hen te maken om te investeren of zaken te doen. Dat zal volgens Amerikaanse politici China dwingen om concessies te doen en zich aan de afspraken te houden. De kans is echter groot dat dit zou leiden tot een nieuwe koude oorlog, dus de EU zal er alles aan moeten doen om dit te voorkomen. Aan China de steeds dwingender en urgenter wordende opdracht om te laten zien dat alle recent gemaakte ingrijpende afspraken met de EU nu wèl nagekomen zullen worden. Dat zal ook betekenen dat Nederland een evenwichtigere handels- en investeringsrelatie met China zal hebben.
Boudewijn Poldermans
Mei 2019
No comment yet, add your voice below!