De China Strategie van het Kabinet is geen Strategie

De China Strategie van het Kabinet is geen Strategie

Op 15 mei presenteerde minister van buitenlandse zaken Stef Blok op verzoek van de Tweede Kamer de langverwachte “Beleidsnota met de strategie van Nederland ten aanzien van China”.

"Bij een strategie zijn er duidelijke doelstellingen geformuleerd"

Wat na lezing meteen opvalt is dat dit geen strategie is, maar meer een aanzet om tot een strategie te komen. Het zou ook het “jaarverslag van het overheidsnetwerk in China” genoemd kunnen worden. Wat er nu is gepresenteerd is meer een overzicht van de relatie die Nederland met China onderhoudt op velerlei terreinen en een opsomming van de problemen en risico’s die er bestaan en de mogelijke impact daarvan op de Nederlandse samenleving, maakindustrie en bedrijfsleven.

Bij een strategie zijn er duidelijke doelstellingen geformuleerd om over een langere termijn iets te bereiken en is van tevoren vastgesteld welke stappen er genomen moeten worden door wie en welke investeringen, financiële- en andere middelen daarvoor nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken. “We moeten kansen grijpen” maar welke kansen dat precies zijn wordt niet vermeld. “100 experts” zouden gedurende één jaar geraadpleegd zijn. Nooit geweten dat er in Nederland zoveel China experts zijn, voor zover die überhaupt bestaan. Onduidelijk is wie er vanuit het bedrijfsleven geconsulteerd zijn, ook omdat er een behoorlijk aantal onderwerpen niet of te oppervlakkig geadresseerd zijn. Voorstellen welke concrete acties er ondernomen zouden moeten worden zijn in ieder geval niet terug te vinden of zijn onderbelicht gebleven.

Niet het kabinet en de politiek maar het bedrijfsleven, de maakindustrie en de universitaire wereld moeten een China Strategie hebben. Ieder bedrijf, ook al doet het nog geen zaken met China moet een China strategie hebben en zich al terdege bewust zijn of zich op de hoogte stellen van wat zich allemaal in zijn sector afspeelt in China of zijn marktpositie gaat beïnvloeden. En vooral hoe het zich daartegenover moet opstellen, offensief of defensief.

"Deze notitie komt rijkelijk laat"

Deze notitie komt rijkelijk laat. Te betreuren is dat meer dan 10 jaar geleden reeds gewaarschuwd is door ervaren Chinagangers van het eerste uur, door de T.U. Delft, door de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie,  Nyenrode en anderen, over wat er stond aan te komen uit China op technologisch gebied. Een van de voorstellen was dat daar serieus onderzoek naar gedaan zou moeten worden, onder andere door het oprichten van een China platform. Dat werd echter afgeschoten door de toenmalige minister van Economische Zaken. Te weinig wordt beseft, vooral door MKB bedrijven dat ze nu wellicht nog complementair zijn met de vraag uit China maar in de toekomst onherroepelijk, direct of indirect last gaan krijgen van China en niet meer zullen kunnen concurreren. Verbazingwekkend is dat FME naar aanleiding van deze kabinetsexercitie commentaar levert op dit rapport maar nu pas met eigen voorstellen komt om ook in de toekomst concurrerend te blijven ten opzichte van China. Ook FME had al jaren geleden een eigen China strategie moeten hebben geformuleerd.

Chinese investeringen

Over Chinese investeringen en het belang daarvan voor de Nederlandse economie wordt niets vermeld. Er wordt slechts het geaccumuleerde geïnvesteerde bedrag vermeld. Ook worden er alleen maar “520 Chinese dochterbedrijven” genoemd. Het totaal aantal eerste generatie Chinese bedrijven die geregistreerd zijn in Nederland bedraagt echter meer dan 10.000 en daarvan is naar schatting maar rond de 20% actief in de horeca. Daarnaast zijn er ook nog de bedrijven van tweede en derde generatie Chinezen die moeilijker in kaart te brengen zijn.

Waar de opstellers van deze notitie zich wel terdege van bewust zijn is het belang om samen met Europese en andere bondgenoten op te trekken, willen wij als klein land concessies kunnen afdwingen van China en het zich laten houden aan internationale spelregels.

 

Politiek gezien is Nederland niet interessant en niet belangrijk voor China.

Waar de opstellers van deze notitie zich wel terdege van bewust zijn is het belang om samen met Europese en andere bondgenoten op te trekken, willen wij als klein land concessies kunnen afdwingen van China en het zich laten houden aan internationale spelregels.

Geluiden uit de politiek en samenleving roepen om een harde opstelling ten aanzien van China. Dat is nou juist het allerlaatste wat Nederland moet doen, want dan zullen wij er meteen uitgepikt worden en krijgen we “straf” van China. Dat is in het verleden enkele malen gebeurd en waardoor Nederland fors op achterstand kwam te staan. China gaat echt niet op bilateraal politiek niveau naar Nederland luisteren of haar economische of politieke systeem aanpassen. Daar moeten we geen enkele illusie over hebben. Ook moet Nederland niet op zijn eentje China de les gaan lezen op het gebied van mensenrechten, behandeling van Oeigoeren, Tibet, Taiwan, Hong Kong, Vrijheid van Meningsuiting, internetbeperkingen, godsdienstvrijheid, het sociale veiligheidssysteem, internationale politiek, Zuid Chinese zee, pluralisme, C17 + 1, agressieve militaire activiteiten etc.

China zal dan reageren dat Nederland zich niet moet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden. De reactie zal dan zijn dat ook mensenrechtenschendingen van Nederland tijdens het koloniale verleden en andere meer recente gevallen aan de orde gesteld zullen worden. 

Politiek gezien is Nederland niet interessant en niet belangrijk voor China.

Gevoelige onderwerpen moeten op multilateraal niveau besproken worden en kunnen alleen door middel van machtspolitiek aangepast of afgedwongen worden. Onder andere via Brussel. De EU is al 14 jaar lang de grootste handelspartner van China en de laatste 10 jaar investeert de EU tweemaal zoveel als de VS in China en dus een partij waar China serieus rekening mee zal moeten houden.

5G en Huawei

Van meerdere kanten is de vraag gesteld waarom er geen aandacht is besteed aan 5G en Huawei in dit rapport. Er wordt door de opstellers niet gerept over het feit dat dat een separaat traject betreft. In maart is in Brussel afgesproken met andere EU lidstaten dat ieder land een individuele risicoanalyse zou maken, – in Nederland onder leiding van de NCTV – en dat die voor 30 juni afgerond moet zijn waarna er samen met de ENISA, het EU agentschap voor netwerk en informatiebeveiliging, voor 1 oktober een “5 G risicokaart” opgesteld moet zijn om zo nauwkeurig mogelijk te weten wat de meest kwetsbare onderdelen zijn, bij zowel soft-als hardware. Daarna zal een gezamenlijk standpunt bepaald worden hoe en door welke partijen wel of niet 5 G netwerken kunnen worden aangelegd. Daar heeft ook Huawei mee ingestemd.

De EU-China Summit

Wat opvallend is, is dat er niets vermeld wordt – alleen een verwijzing naar een voetnoot – over de resultaten van de 21ste EU-China Summit die op 9 april jl. in Brussel afgerond werd en waarvan de uitkomsten vastgelegd zijn in een gezamenlijke verklaring waar 10 maanden over onderhandeld is. De inhoud van deze joint statement mag historisch genoemd worden, mits de gemaakte afspraken, waarover pas op het allerlaatste moment overeenstemming is bereikt inderdaad ook nagekomen en geïmplementeerd worden.

De meest in het oog springende onderwerpen zijn de toezeggingen van Premier Li Keqiang dat de markt verder opengesteld zal worden voor buitenlandse investeerders en dat die bedrijven niet langer gedwongen kunnen worden om gevoelige know-how over te dragen bij het aangaan van een joint venture. Dat is ook een van de onderwerpen die onderdeel zullen gaan uitmaken van de nieuwe EU-China Comprehensive Investment Agreement.

Er zal een geschillencommissie opgezet worden om klachten te behandelen.

De meest vergaande concessie die er door de Chinese zijde is gedaan betreft het terugdringen van staatssteun. Dat is overeengekomen en vastgelegd in een Memorandum of Understanding met betrekking tot Staatsubsidies en Eerlijke Concurrentie – dat is de VS tot nu toe niet gelukt – en dat er jaarlijks een evaluatie zal plaatsvinden om na te gaan of de gemaakte afspraken ook inderdaad nagekomen zijn. China heeft ook toegezegd om samen met de EU de WTO te hervormen en de regels, onder andere op het gebied van staatssteun, aan te passen. De afspraken hierover moeten geformaliseerd zijn voor de aanstaande G-20 top eind juni in Tokio.

Aanbevelingen

Boudewijn Poldermans

Mei 2019

Deel dit artikel via: